meer weten
Nieuws over de Werth Groep

Werth Messtechnik en internationale standaardisatie

Werth Messtechnik en internationale standaardisatie

Voor een wereldwijde uitwisseling van goederen moeten fabrikanten en afnemers het eens worden over de voorwaarden. Dit wordt veel gemakkelijker als in het hele land of zelfs wereldwijd dezelfde specificaties gelden. Het is de taak van de standaardisatie instanties om deze specificaties te definiëren.

Grensoverschrijdende standaardisatie wordt voornamelijk uitgevoerd door de Internationale Organisatie voor Standaardisatie (ISO). Op Duits nationaal niveau worden de taken uitgevoerd door het Duitse Instituut voor Normalisatie (DIN) en de Vereniging van Duitse Ingenieurs (VDI). De VDI schrijft richtlijnen voor technische problemen. DIN en ISO, en de overeenkomstige organisaties in andere landen, zoals ASME of ASTM, publiceren normen, bijvoorbeeld gericht op acceptatie- en herkeuringsproeven van coördinatenmeetsystemen.
De in normen gedefinieerde parameters (ook wel specificaties genoemd) karakteriseren de basismachineprestaties en stellen potentiële klanten zo in staat een eerste vergelijking te maken van verschillende coördinatenmeetmachines en, samen met andere criteria (kosten, beschikbaarheid, enz.), een beslissing te nemen ten gunste van een machine of een type machine. De belangrijkste specificaties in de coördinaten meettechniek zijn de maximaal toelaatbare fout in de lengtemeting (MPE E) en de maximaal toelaatbare tastfout (MPE P). De lengtemetingsfout beschrijft het gedrag van de machine in het gehele meetvolume, de tastfout wordt hoofdzakelijk bepaald door het gedrag van de gebruikte sensor. Op basis van deze parameters geeft de normenreeks ISO 10360 duidelijke regels voor acceptatie- en herkeuringsproeven. Als de desbetreffende norm deel uitmaakt van de contractvoorwaarden, kan de klant er zeker van zijn dat de meetmachine daadwerkelijk functioneert binnen de opgegeven specificaties. Het certificaat van de Duitse nationale accreditatie-instantie (DAkkS) dient als bewijs voor de correcte toepassing van de normen, bijvoorbeeld in het Werth kalibratielaboratorium. Het gebruik van de in de normen beschreven gekalibreerde proefstukken garandeert de herleidbaarheid van de meetmachines naar nationale en internationale normen. Bovendien worden procedures voor het bepalen van de meetonzekerheid beschreven en vergezeld van algemene informatie over de verschillende technologieën van de coördinatenmetrologie.

De mensen achter de normen

VDI- en ISO-richtlijnen bestonden aanvankelijk alleen voor tactiele sensoren, hoewel de eerste coördinatenmeetmachines optische sensortechnologie bevatten. Sinds het begin van de jaren negentig zijn de richtlijnen voor acceptatie- en herkeuringsproeven van coördinatenmeetmachines met beeldverwerking (VDI 2617-6.1), optische afstandssensoren (VDI 2617-6.2) en multisensor systemen (VDI 2617-6.3) ontwikkeld met belangrijke deelname van Dr. Ralf Christoph, de aandeelhouder en directeur van Werth Messtechnik GmbH.

De internationale normen worden gezamenlijk ontwikkeld door vertegenwoordigers van verschillende landen. Dankzij de actieve medewerking van Werth kon een groot deel van de inhoud van de VDI-richtlijnen worden opgenomen in de overeenkomstige ISO-normen 10360-7 voor beeldverwerking, 10360-8 voor optische afstandssensoren en 10360-9 voor multisensor systemen. Volgens de Overeenkomst van Wenen zijn de lidstaten van de Europese Gemeenschap verplicht de ISO-normen op nationaal niveau over te nemen, in het geval van Duitsland als DIN-normen. De oorspronkelijke VDI-richtlijnen worden dan ingetrokken (VDI 2617-6.3) of omgewerkt tot zogenaamde toepassingsrichtlijnen voor de toepassing van de ISO- of DIN-normen met nadere instructies (VDI 2617-6.1 en VDI 2617-6.2).
Dr. Ingomar Schmidt, hoofd Standaardisatie en Industriële Eigendomsrechten bij Werth, leidt de nationale werkzaamheden op het gebied van dimensionale computertomografie als voorzitter van het overeenkomstige VDI Technical Committee 3.33 en vertegenwoordigt samen met andere Duitse experts het standpunt van de Duitse industrie in het verantwoordelijke ISO comité ISO TC213 WG 10. Ontwikkeld in het VDI Technical Committee 3.33, werd in 2011 de richtlijn VDI 2617-13 over acceptatie- en herkeuringsproeven van coördinatenmeetmachines met computertomografie (CT)-sensor gepubliceerd. Al in 2012 is begonnen met de overdracht naar een ISO-norm. Deze is tot op heden niet afgerond, omdat er verschillende meningen zijn over de vraag of de specificaties de "beste" prestaties van de machines voor geselecteerde meettaken moeten beschrijven of de slechtst denkbare prestaties (de zogenaamde worst case). Als de specificaties worden getest op relatief "eenvoudige" werkstukken zoals multi-bol standaarden, kunnen de prestaties van de machines onder goede omstandigheden worden aangetoond en kan een vergelijking worden gemaakt met coördinatenmeetsystemen met andere sensoren. Vanuit het oogpunt van de VDI-commissie is dit de belangrijkste basisspecificatie. Voor coördinatenmeetsystemen met CT kunnen echter ook het werkstukmateriaal en de geometrie een grote invloed hebben op de meetonzekerheid, vooral bij werkstukken van metaal of van meerdere materialen. In dergelijke gevallen kunnen de meetonzekerheden voor metingen aan echte werkstukken aanzienlijk afwijken van de basisspecificaties van de machine. Deze meettaak-specifieke meetonzekerheid maakt deel uit van het meetprocesvermogen en valt onder aparte richtlijnen en normen.
Werth is met name betrokken bij de standaardisatie van coördinaten meettechniek met optiek, computertomografie en multisensor systemen. Dit omvat deelname aan vergaderingen en werksessies op nationaal (VDI, DIN) en internationaal (ISO) niveau en bilaterale besprekingen met internationale belanghebbenden.

Door deelname aan standaardisatiecommissies geeft Werth actief vorm aan de toekomst van coördinatenmetrologie.

Neem contact op met
Selecteer een ander land of regio om inhoud in uw taal te zien.